Hoe NoseWings te gebruiken

NoseWings werken doordat zij de neusgangen verwijden dankzij de afstotende werking van sterke permanente magneten. Er is een linker en een rechter NoseWing zoals aangegeven met L en R op de binnenzijde van het doosje.

Om effectief te zijn dienen NoseWings op de juiste manier geplaatst worden op de linker en rechter neusvleugel, met de magneten aan de binnenzijde en de vleugels aan de buitenzijde.

NoseWings zijn ontworpen zodat ze bij de meeste mensen niet aangepast hoeven worden, maar indien nodig kunnen ze eenvoudig wijder of smaller gemaakt worden voor optimaal comfort en effectiviteit. Voor de gemakkelijkste plaatsing en beste positionering kun je het beste een spiegel gebruiken.

Neem de NoseWing die je het eerste wil aanbrengen tussen duim en wijs- vinger, buig de pootjes lichtjes uit elkaar en schuif de NoseWing in positie op de betreffende neusvleugel.

Bij het loslaten van de NoseWing dient deze te blijven zitten, maar moet niet strak aanvoelen. Als dit wel zo is, verwijder de NoseWing, buig de pootjes iets uit elkaar, en plaats deze opnieuw.

Als deze te los zit, druk de pootjes voorzichtig naar elkaar toe.

Plaats vervolgens de tweede NoseWing op dezelfde manier op de andere neusvleugel.

Als ze goed gepositioneerd zijn, zouden de neusvleugels iets verder uit elkaar moeten staan en zou je minder weerstand bij inademen moeten bemerken. Afhankelijk van de vorm en grootte van je neus kunnen kleine aanpassingen in de positie of de hoek waarin ze zijn aangebracht helpen in het vinden van de meest comfortabele en effectieve plek.

Bij de meeste mensen zitten NoseWings het stabielste wanneer ze richting de wangen en verder van de neustip gepositioneerd worden.

Eenmaal aangebracht, neem dan rustig de tijd om te wennen aan NoseWings en als het goed is zou je na een poosje nauwelijks meer moeten merken dat je ze in hebt, behalve dat je vrijer door je neus zult kunnen ademen.